Zaterdagmorgen zijn we om 09.15 uur van de camping af. Via de Pacific Highway richting Brisbane. Eerst hadden we het plan om naar de Australian Zoo te rijden maar dat hebben we gisteren al bijgesteld. Op aanraden van Jurgen stoppen we in Byron Bay. Rond 15.00 uur zijn we daar. Totaal hebben we dan ongeveer 450 km afgelegd. Niet veel voor ons doen. Ik begrijp nu wat mensen bedoelen als ze zeggen dat je je snel vergist in de afstanden in Australië. Het is niet zozeer de afstand waar je je in vergist alswel de snelheid waarmee je die afstand kunt afleggen. Tijdens onze vakanties met de camper in Europa reden we met gemak 5000km in 4 weken (bijvoorbeeld een rondje Griekenland). Hier, over de Pacific Highway zijn er lange trajecten waar je maar 80 of zelfs 60 km/u mag. Geen wonder dat het dan niet opschiet.
Hoe dan ook, we landen op een van de twee campings van Byron Bay.
De camping is wat kaal maar wel met goede camperplekken. Wij presteren het dus om onze camper precies verkeerd neer te zetten: de bedoeling is dat je je camper op het asfaltstukje zet en dat je zelf op het beton gaan zitten. Ahum.

Byron Bay is een echte badplaats met veel winkels een mooi strand en veel barretjes en restaurants die tot precies 12.00 uur ’s nachts luidruchtig muziek maken. Als je daar naar op zoek bent is het geweldig. Wij vinden het gezellig voor een nachtje.
Mogen gaan we weer door. Naar Australian Zoo.

Zondagochtend (!) worden om 06.00 uur wakker van de vuilniswagen. Na een uurtje eigenwijs proberen weer en slaap te vallen besluiten we gewoon te vertrekken. Na een heerlijke douche maar zonder ontbijt zijn we net voor 8 uur on the road again.
Het plan is om door te rijden naar de dierentuin in Beerwah, net boven Brisbane.
Omdat we het toch wel zonde vinden dat we dan niet aan de beroemde Cold Cost zijn geweest besluiten we om in Surfers Paradise te ontbijten.
Ook hier, aan de boulevard met uitzicht op het strand een grote picknickplaats met grote BBQ’s, toiletten en afwasgelegenheid. Gaaf. Sufers Paradise is erg uit zijn krachten gegroeid en wint met gemak de competitie Hoog- en tegen elkaar aan bouwen met bijvoorbeeld de Turkse Riviera of de Spaanse Costa’s. Vooral zomers moet het razend druk zijn.
Nu niet want net als we klaar zijn met ontbijten regent het pijpenstelen!

Ariaan heeft ondertussen in een va onze reisgidsen gelezen dat Brisbane toch een bezoekje waard is. Brisbane is ooit opgezet als Strafkolonie en is inmiddels de derde grote stad van Australië. Dat is nog goed te zien: hoge torenflats en futuristische gebouwen naast oude kerken en houten huizen.
We zetten dus koers naar het centrum van Brisbane, de dierentuin doen we morgen wel. We kijken wat rond en winkelen wat. Ariaan heeft eindelijk weer een hoed!