We zijn eigenlijk allemaal hetzelfde

Het maakt helemaal niet uit in welk land je bent: mensen doen eigenlijk altijd allemaal hetzelfde.
De basis is natuurlijk overleven, zorgen voor voedsel, drank en veiligheid. En we werken vervolgens netjes de rest van de pyramide van Maslow af.
Als we bij elkaar zijn maken we ruzie of bouwen een feestje, we nemen iedere gelegenheid te baat om elkaar iets te verkopen en om er dan zelf beter van te worden. We doen graag aan territorium bepaling en iedereen die het daar niet mee eens is of iets anders wil die hoort er niet meer bij.

We hebben ons vandaag bezig gehouden met de Sami zoals de ‘Lappen’ eigenlijk heten. En net als bij bijna alle natuur- of inheemse volken hebben ook zij te maken gehad met onderdrukking of in ieder geval gedwongen verwestering (is dat een woord?) Er is een tijd geweest dat de taal niet meer gesproken mocht worden en dat kinderen gedwongen naar kostscholen moesten om ‘Fins’ opgevoed en geschoold te worden.
En zoals we ook veel vaker zien, decennia nadien zien overheden hun idioterie in en wordt het ineens een stuk cultureel erfgoed… En wordt vervolgens de levensstijl in stand gehouden voor de nieuwsgierige toerist.
Gelukkig zijn er ook altijd nog autochtonen die hun levensstijl werkelijk naleven maar die zie of hoor je niet of nauwelijks.

En zo komt het waarschijnlijk dat onze tocht vandaag naar de rendierboerderij vergezeld werd door twee gidsen, een Rus en een Serviër. Overigens twee geweldig leuke jonge mannen die goed wisten waar ze het over hadden. De uitleg over de rendieren had een gemiddelde Sami niet beter kunnen doen maar waarschijnlijk wel met wat meer ‘innerlijke’ passie. Bij de boerderij aangekomen werden we voor de traditionele 1km-rendiersledetocht opgewacht door, ja echt, een oerhollandse rode-bollewangenhapsnoet student ecologie. Maar daarover later.

We begonnen dus met een sneeuwscooter trip. Na een hele uitleg over wat je allemaal met dat ding kunt en moet nalaten kropen we het dorp uit om vervolgens over de bumpiest road ever met gezwinde spoed over het dichtgevroren meer te hobbelen. We waren overeen gekomen dat Ariaan als eerste zou rijden en ik achterop zou proeven of ik ook het stuur zou pakken. Gezien mijn ervaring van een tig-tal jaren geleden toen ik op een Tsjechische weg over de kop sloeg met mijn lieve schoondochter achterop (ik dacht dat ik op een motor zat en vergat simpelweg te sturen…), ben ik niet meer zo zeker van de combinatie ik+gemotoriseerde-dingen-die-op-motors-lijken-maar-het-niet-zijn.

In Lapland heb je meerdere soorten wegen: autowegen, langlaufwegen, wandelwegen en sneeuwscooterwegen. Overal gelden dezelfde verkeersregels en sneeuwscooters zijn ‘s winters een veelvoorkomend vervoersmiddel. En even duur als een kleine auto. Die wegen worden onderhouden door de firma ‘Weer en Wind’ en zijn dus niet lekker glad en geordend. Je hotst en klotst dat het een lieve lust (of moet ik zeggen last?) is en moet halverwege ongelooflijke plassen omdat je blaas het ook niet meer snapt. Na 15 minuten denk je “OK, zijn we er al?”, na 30 minuten “Ik ben er nu wel klaar mee” en na 45 minuten wil je alleen nog maar “ERAF en gauw”. Maar het is ook als een ijskoude douche of een sprong in het dompelbad van de sauna: je vervloekt het op het moment zelf maar achteraf vind je het geweldig.
Omdat ik altijd vind dat je alles in ieder geval geprobeerd moet hebben en niet van te voren al denkt ‘dit gaat me niet lukken/ik kan het niet’ maar ook zeker je grenzen moet kennen ben ik dus toch maar gewoon achter het stuur gekropen. Precies 1 kilometer…. En toen wist ik dat mijn hersenen het niet in zich hebben om het verschil te kennen tussen sturen op een motorfiets (wat je met je lichaam doet) en sturen op een sneeuwscooter of quad (wat je met stuur doet). Dus Ariaan mocht weer voorop en ik heb achterop van de omgeving zitten genieten voor zover mogelijk.

Eenmaal op de rendierfarm konden wij meteen in een slee stappen die voortgetrokken werd door 1 rendier en geleid door de blozende Hollandse student. Hij vertelde dat hij op een kantoor geplaatst was en klaar was met aanvragen behandelen voor kikkeronderzoek. Hij wilde ook graag iets buiten doen en kwam hier terecht. Hij vind het hier geweldig en zou er zo gaan wonen. Hij vertelde ons nog veel meer, want ik blijf wel vragen stellen. O.a. dat Finland/Lapland alles moet verdienen in dat ene, korte wintersportseizoen maar dat ze langzaam maar zeker ook beginnen te snappen dat er geld te verdienen valt in de andere seizoenen omdat Finland gewoon een prachtig land is met heel veel mogelijkheden. Dat dat waarschijnlijk ten koste van de natuur gaat, daar hebben we het niet over gehad.


Onze gids (ik weet niet meer of het nou de Rus of de Serviër was) wist veel te vertellen over de rendieren. Rendieren zijn gedomesticeerde wilde dieren. Ze zorgen al eeuwen dat de Sami kunnen overleven. In feite, volgens de uitleg, zijn zij zelfs de reden dat Sami zich hier konden vestigen. Ze zorgen voor voedsel, melk, (be)kleding en transport. Zomers lopen ze in het wild rond en in het najaar worden ze overal vandaan samen gedreven en neemt iedere boer zijn eigen rendieren mee. Ze kijken wie er een metamorfose naar biefstuk of worst mag doormaken, of er kalfjes zijn en wat er verder nog moet gebeuren. Hoe herkent de boer zijn rendier? OK, dierenwelzijn aanhangers dit stukje even overslaan, de oren worden namelijk ingeknipt. Iedere boer heeft zijn eigen ‘motief’ en dat wordt in de oren van het kalf gesneden. Gewoon met een scherp mes. Zielig? volgens ons wel, volgens hen niet.

Het grappige van dit rendierfarm verhaal is dat het natuurlijk niet anders lijkt dan wat de boeren in Oostenrijk of USA of Australië met hun vee doen: loslopen en om de zoveel tijd bij elkaar drijven en dan nemen wat je nodig hebt. Als alle dieren bij elkaar zijn en ze worden uitgezocht, is er natuurlijk een markt, feest, drank en eten. Net als overal.

Om de dag af te maken zijn we nog naar een Sami tentoonstelling geweest. Ook weer veel geleerd. O.a. dat stukje over die kinderen die naar kostscholen moesten. Maar dat heb ik al verteld. En een sprookjesachtige afdaling als sluitstuk.

Morgen gaan we met Husky’s op stap. Ben benieuwd of we dan Sami tegen komen of welke nationaliteit onze gids deze keer is. Waarom, vroegen we, werken er zoveel buitenlanders? Het antwoord was: ‘Dat is twee-ledig: de belangrijkste reden is dat buitenlanders (en met name Russen, Serviërs etc.) goedkopere arbeidskrachten zijn dan Finnen en ten 2e: Sami zijn ernstig verlegen en teruggetrokken en die vinden al dat spreken in groepen echt helemaal niets. Waarvan acte.